Alwin (Zeist) heeft al een aantal jaren een mooie grafiek gemaakt, met daarin het aantal graden dat je bij de temperatuur op 850 hPa moet optellen, om de waarschijnlijke maximumtemperatuur te krijgen. Hij had daarbij drie curven, voor onbewolkt tot licht bewolkt (0-2 octa's), half bewolkt (3 tot 5 octa's) en zwaar tot geheel bewolkt (6 tot 8 octa's). De grafiek stond helaas niet meer on-line, maar ik vond hem laatst nog ergens in een archief op mijn computer.
De leesbaarheid van de grafiek liet echter enigszins te wensen over. Alle datapunten waren namelijk ook geplot, waardoor de y-as nogal uitgerekt was. Je kon het allemaal niet zo goed aflezen. Daarom heb ik de grafiek zelf nogmaals gemaakt, ditmaal in een presentatie die iets bruikbaarder is. Verder heb ik 40 jaar aan sondeoplatingen en dagelijkse meetgegevens gebruikt, terwijl (bij mijn weten) Alwin zo'n 12 jaar gebruikt had.
Het beeld in de grafiek is min of meer hetzelfde gebleven. In de winter zie je heel sterk dat meer bewolking juist leidt tot een groter verschil tussen de T850 en de maximumtemperatuur. Dit komt omdat wolken in dat jaargetijde relatief warm zijn, t.a.v. de lucht eromheen en het aardoppervlak. Zij zorgen dus voor netto opwarming, terwijl een heldere hemel juist betekent dat de aarde minder warmte ontvangt en dus minder opwarmt overdag. In de zomer is het beeld omgekeerd: hoe meer zonneschijn, des te groter het verschil.
Het omslagpunt tussen de beide regimes vindt in maart richting de zomer en in september richting de winter. Opvallend genoeg is de afwijking in het winterseizoen tussen de T850 en de maximumtemperatuur het grootste bij 3 tot 5 octa's, niet bij 6 tot 8 octa's. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de balans tussen uitstraling van het aardoppervlak en tegenstraling van wolken en de atmosfeer zelf.
Een praktijkvoorbeeld hoe je dit kunt gebruiken: stel, er wordt een T850 van -5°C verwacht in de derde decade van november. Het is half bewolkt. Je kunt dan ca. 9 graden optellen bij de T850 om de maximumtemperatuur op te tellen. Waarschijnlijk komt het maximum rond +4°C uit.
Opmerking: de curves zijn de optimale verwachtingslijnen. De marge rond deze lijnen bedraagt ca. 3°C. Daarmee rekening houdende, is een ijsdag aan het einde van november redelijkerwijs alleen mogelijk bij een T850 lager dan -10°C. Let wel: dit is bij absentie van een inversie. Er zijn een aantal gevallen bekend van een T850 van -4 tot +5°C(!), terwijl het maximum aan de grond onder nul lag. Voorbeeld: 25 november 2004.
Gr. Ben
Nota bene: alle gegevens hebben betrekking op De Bilt. Er is vergeleken tussen de T850 om 12 UTC en de maximumtemperatuur van die dag. De bedekkingsgraad is het gemiddelde over het gehele etmaal.
- Bron data sondeoplatingen:
IGRA
- Bron dagelijkse data De Bilt: KNMI
Edit 21:07u: betere weergave van het waarschijnlijkste verschil, door gebruik van zesdegraads i.p.v. vierdegraads polynoom fit. Marges rond de lijnen zijn ~2°C in de zomer en ~4°C in de winter.
Quote selectie