Vooral het verschil tussen de eerste 2 is me niet altijd duidelijk. Kan iemand zeer bondig de grootste verschillen schetsen?
Groeten
Dag Jef,
Ik doe een poging:
De term "convergentielijn" duidt aan wat er gebeurt: op die plek komen luchtmassa's samen. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Een thermische convergentielijn bijvoorbeeld ontstaat als op een bepaalde plaats de lucht aan de grond sterk wordt opgewarmd en er bijgevolg een stijgbeweging optreedt. Het "tekort" aan lucht aan de grond op die plaats wordt vanuit verschillende (wind)richtingen aangevuld. Er is dan sprake van een thermische convergentielijn. De convergentie kan ook worden veroorzaakt door een verschil in wrijving van de ondergrond. Het bekendste voorbeeld hiervan is kustconvergentie. Ook dan onstaat een convergentielijn.
Door die convergentie ontstaat een plaatselijke afwijking in het luchtdrukpatroon, op de grondkaarten te zien als een knik in de isobaren. Die afwijking heet een "vore". Een thermische vore kan onder gunstige omstandigheden uitgroeien tot een thermisch lagedrukgebied. Het onderscheid tussen een convergentielijn en een vore is dus erg subtiel. De vore is het patroon dat het resultaat is van het proces van de convergentie. In de praktijk worden de twee termen vaak door elkaar gebruikt.
Een hoogtetrog is dan weer iets compleet anders. Zoals de naam al zegt, moeten we de oorzaak hier zoeken in de hoogte. Het is een "knik" in de isohypsen van bvb het 500 hPa-vlak, veroorzaakt door de uitstroom van koude lucht op grote hoogte. Als zo'n hoogtetrog overtrekt, kan de troposfeer plots onstabiel worden terwijl de omstandigheden aan de grond op het eerste gezicht onveranderd blijven.
Vriendelijke groeten,
Gert
Quote selectie