Opwaartse tak van zeewindcirculatie. Onderin stroomt koele, stabiele lucht naar land. Bovenin (tussen 1 en 2 km) stroomt warme, onstabiele lucht naar zee. Door 'hapering in de lopende band' kan die bovenstroom tegen de koude luchtlaag verder op zee gaan opglijden. Een soort secundair zeewindfront op hoogte zeg maar.
Quote selectie