De kans dat in 1 van de 5 zomermaanden (mei tot en met september) een zeer warme periode voorkomt is veel groter dan dat dit in alle 5 de maanden plaatsvindt.
Stel dat een kans op een zeer warme periode 10% per maand is en je krijgt zo'n periode in mei, dan is de kans nog steeds maar 10% dat dit ook in juni plaatsvindt. Dus de kans dat het in beide maanden plaatsvindt is dan maar 10% x 10% = 1 %. Dat verklaart ook waarom er zo weinig 'grote' zomers zijn.
Volgens mij is het dus juist wél opvallend dat warmteproductie tot 21 mei gemiddeld hoger ligt voor zomers die ook ná 21 mei gemiddelde veel meer warmte produceren. Wellicht kan dit verklaard worden door een persistent stromingspatroon en/of warmer zeewater.
Quote selectie