Een occluderend frontaal systeem behorende bij een laag zuid van IJsland ligt momenteel net zuidwest van Nederland. Voor deze frontale zone uit is de stroming zuid tot zuidoost en wordt er continentale lucht aangevoerd die polair van oorsprong is. Het front trekt vanavond oostwaarts over het land, bereikt het uiterste noordoosten aan het begin van de nacht en verlaat het land maandagochtend. Na passage van de occlusie is de stroming west tot noordwest. Maandagavond bereikt een rug van hogedruk het land, de rugas komt dinsdagochtend ten oosten van ons land te liggen waarna de stroming zuidwestelijk wordt.
Belangrijkste aandachtspunt is de neerslagsoort van komende avond en nacht. Naarmate de neerslag verder noordoostwaarts trekt neemt de kans op winterse neerslagvormen toe. Modellen geven hiervoor signalen, wel is het signaal de laatste runs wat minder fors geworden. Het noordoosten maakt de grootste kans op natte sneeuw, tevens is in het uiterste noordoosten enige uren droge sneeuw mogelijk. Hirlam berekent het meest forse signaal, echter, momenteel is de natte sneeuw die wordt berekend door Hir NESO in Frankrijk en Belgie in de waarnemingen niet terug te vinden. We gaan er vanuit dat in het (uiterste) noordoosten een dun sneeuwdek kan vormen waardoor ook gladheid kan ontstaan. De hoger gelegen gebieden zoals Veluwe en Limburgse heuvels zijn mogelijk ook gevoelig voor wat sneeuw, of dat daar ook gaat accumuleren is zeer de vraag.
Komende nacht naar maandag alleen in het noordoosten nog temperaturen dicht bij nul wanneer de neerslag wat intensiever wordt. Maandag bevinden we ons in beduidend zachtere lucht met maxima van ca. 8 graden. Wegdektemperaturen komen kortstondig, voor de neerslag uit in het oosten nog net onder nul. Zodra de bewolking dikker wordt moet dit weer op gaan lopen.
In de avond op nadering van de frontale zone vanuit het zuidwesten uit lichte tot matige regen, verder landinwaarts ook kans op natte sneeuw. Naarmate de frontale neerslag in de nacht naar maandag noordoostwaarts trekt zien we de vaste fractie in de neerslag geleidelijk toenemen hetgeen uiteindelijk sneeuw en een dun sneeuwdek in het (uiterste) noordoosten moet opleveren. Ook in hoger gelegen gebieden zoals de Veluwe en in het zuiden van Limburg kan de sneeuwfractie kortdurend wat hoger zijn dan elders in de omgeving. In het noordoosten van het land kan de sneeuw in de tweede helft van de nacht en maandagochtend even blijven liggen. Na passage van het de occlusie blijft het op een enkele spat coalescentieneerslag na zo goed als droog.