Daar komt nog bij dat de meeste koude winters gepaard gaan met bovengemiddelde temperaturen in de stratosfeer op hoge breedtes. Dat kan ook zonder major warming natuurlijk. Mij viel vooral ook op dat een major warming vaak leidt tot winterweer in maart.
Dat laatste kan kloppen. Ik heb de koudste maartmaanden sinds 1952 bekeken, de meeste hebben eerder in de winter een SSW gekend (zie tabel, T De Bilt en met maand van SSW, bron http://www.geo.fu-berlin.de/en/met/ag/strat/produkte/northpole/index.html). Het KNMI had er goed aan gedaan om daar ook naar te kijken.
1970 | 3,2 | januari | |
1996 | 3,2 | nee | |
1976 | 3,0 | nee | |
1971 | 2,7 | januari | |
1964 | 2,6 | nee | |
1969 | 2,5 | nee | |
2013 | 2,5 | januari | |
1987 | 2,3 | januari | |
1958 | 2,2 | februari | |
1955 | 2,0 | januari | |
1962 | 2,0 | nee |
Wat betreft je eerste punt: ik kan (helaas ) geen verband ontdekken tussen de wintertemperatuur van De Bilt en de toestand van de stratosfeer (10 hPa, Noordpool, cijfers afgeleid van NOAA, vanaf 1949). Zie eerste plaatje.
Ik heb nog gekeken naar februari, maar ook daar vind ik geen correlatie.
De AO vertoont wel enige trend, maar weinig siginificant (zie tweede plaatje).
Het probleem met de koppeling stratosfeer-wintertemperatuur is dat een SSW vaak te laat komt om het hele beeld van de winter te doen omslaan. Deze winter is een goed voorbeeld daarvan. Maart wordt weliswaar koud beïnvloed, maar die telt officieel niet meer mee bij de winter.
Andersom zijn er behoorlijk wat winters die dankzij troposferische drivers een koud begin kenden en daarna steeds zachter werden, onder invloed van een koude stratosfeer. Ik denk daarbij aan 1964, 2011 en 1997 en in mindere mate 1996 (vermoedelijk vallen ook winters als 1922, 1926, 1934, 1939 en verder terug in de tijd 1880 en 1891 in deze categorie, maar dat is speculatie). De invloed van de te koude stratosfeer komt te laat om het wintergemiddelde naar zacht te doen keren.
Groet, Paul.