Na het opentrekken van het uitgestrekte Stratocumulusveld waar we vanmorgen door geplaagd werden, volgden brede opklaringen en flink wat zon waardoor het een aangename lentedag leek te gaan worden. Doch tegen de middag hadden zich reeds flinke stapelwolken gevormd en door de aanwezigheid van een inversie op iets grotere hoogte spreidden de stapelwolken zich uit tot uitgestrekte horizontale wolkenvelden en dat was natuurlijk de doodsteek voor de lentezon die er prompt achter verdween en zo kregen we uiteindelijk een vrij sombere namiddag waarin slechts minuscule opklarinkjes overbleven om het uitspansel wat op te fleuren. Op thermisch vlak was het een redelijke dag met temperaturen die opliepen van 1,2 naar 8,8 graden, maar aan de grond vroor het nog lichtjes met -1,7 graden. De wind was wel nog nadrukkelijk aanwezig met maximaal 29 km/h uit het westen, maar van neerslag bleven we gespaard. Ook morgen en overmorgen zit er geen neerslag in maar in plaats daarvan krijgen we twee warmtegolven te verwerken waarbij de eerste golf op dinsdag en vooral woensdag temperaturen rond 17 graden oplevert en gevolgd wordt door intense regen op woensdagavond. De tweede warmtegolf zal ons vrijdag, zaterdag en deels zondag met temperaturen tot 19 graden verwennen maar op zondag wordt ze gevolgd door opnieuw intense regen waarna de warmte zich weer lijkt terug te trekken. Of ze daarna terug onze kant opkomt is voorlopig nog koffiedik kijken...
Onder de heldere hemel en nog steeds aanhoudende aanvoer van koude landlucht was het vanochtend weer goed prijs met de nachtvorst. Bij het priemen van de eerste zonnestralen was het kwik weggezakt naar een erg indrukwekkende - 6,0 graden. Maar overdag verschenen er geen stapelwolken meer waardoor de zon meer tijd kon besteden aan het opwarmen van het Vlaamse binnenland, en dit onder begeleiding van een zwakke tot matige noordoostenwind tot 19 km/h. Temperaturen tot 5,2 graden in de namiddag waren hiervan het resultaat, al is dit nog steeds erg koud voor begin maart. Na de middag kwam er vanuit het westen steeds meer sluierbewolking opzetten, wat voor de zon echter geen noemenswaardige problemen gaf, al is het kwik weer razendsnel gaan dalen naar zonsondergang toe. De sluierwolken zijn afkomstig van een depressie net ten westen van ons die morgen toch een doorbraak zal proberen te forceren, en hoewel daar weinig of geen neerslag in lijkt te zitten kan de bewolking hier wel gevoelig door toenemen. De minima zullen hierdoor niet meer zo laag uitkomen als vanochtend al halen we morgen wellicht minder hoge maxima dan vandaag.
Weerom werden we getrakteerd op een bijzonder fraaie lentedag met deklassieke ingrediënten zoals veel zon, zachte temperaturen en een volledige vrijstelling van neerslag. Doch de meeste weerkundigen hebben hun ogen reeds gericht op een zwak frontaal systeempje dat met een westelijke tot noordwestelijke stroming langzaam maar zeker in onze richting wordt gedreven. Het zorgde ervoor dat we in de late namiddag terug bewolking te zien kregen, voorafgegaan door erg nevelige luchten. De bewolking bestond voornamelijk uit Altocumulus castellanus, Cumulus en Cirrus, welke typische voorboden zijn van een koufront. Koelere lucht is inderdaad naar onze contreien onderweg en zal de komende dagen voor minder hoge maxima en grootschalige nachtvorst zorgen. Vandaag konden we gelukkig nog genieten van de temperaturen die vlot waarden tussen 2,8 en 18,7 graden haalden, onder begeleiding van een zuid- zuidoostelijk briesje tot 17,7 km/h. 's avonds was er dan weer een sterke afkoeling,net als de voorbije dagen, al wordt deze door de opzettende wolkenvelden enigzinds afgeremd, en zal het vorstverhaal wellicht nog niet deze nacht beginnen.
Tot kort voor zonsopgang konden we vandaag weer genieten van brede opklaringen, maar een aaneengesloten massa van Altostratus en Stratocumulusbewolking maakte daar snel een einde aan. Het resultaat was dus een zon- arme voormiddag waarbij de eerdergenoemde bewolking overging in Cumulus congestus onder een gesloten dek van Altostratus. Ondanks de dreigende afmetingen van de stapelwolken, produceerden ze nauwelijks neerslag te Malderen, wat echter niet wil zeggen dat het droog bleef want rond zonsondergang begon het dan alsnog lichtjes te druppelen. De neerslag die nu viel was eerder continu van karakter (geen buien dus) en nam langzaam maar zeker toe in intensiteit. Na enkele uren regende het erg intens en een neerslagtotaal dat om middernacht reeds 3,2 mm bereikte, was dan ook niet uit de lucht gegrepen. Het was een vrij rustige dag met een west- noordwestelijk briesje met snelheden tot 32,2 km/h terwijl de temperaturen met 5,5 tot 11,8 nog erg meevielen.
De naweeën van de regenzones die we gisteren op ons dak kregen, zorgden vanochtend voor veel laaghangende bewolking. Deze bestond vooral uit Stratus fractus, die nog ruimte liet voor een paar sporadische opklaringen. Daarna ging het gelukkig de goede kant op met ons weer: de opklaringen werden breder en de zon liet zich regelmatig zien. De resterende wolkenflarden gingen subtiel over in stapelwolken (Cumulus mediocris) die voor het grootste deel van de dag het weerbeeld bepaalden. Het bleef echter nevelig, wat resulteerde in een heiige lucht en fletse kleuren. Dit kon echter niet verhinderen dat het aangenaam zonnig bleef en we nog temperaturen van 4,9 tot 9,9 graden konden optekenen. Tijdens de late namiddag verscheen er dan Stratocumulusbewolking die zich in het zuidwesten groepeerde tot een met kleine opklaringen doorzeefde wolkenband. Dit hoorde alweer bij een warmtefront, dat de aanloop naar een lenteachtig weekend zou moeten inluiden. Ondanks de opzettende bewolking bleef het voor de rest van de dag droog en rustig. Het neerslagtotaal van deze fraaie lentedag bleef beperkt tot 0,0 mm terwijl de wind overwegend uit zuidwestelijke richtingen kwam, met een maximale snelheid van 16,1 km/h.
Het vormeloze Stratus wolkendek werd tijdens het tweede deel van de nacht in beroering gebracht door de aanvoer van onstabiele luchtmassa's. Veel stelde het echter niet voor en op de klasseieke voorjaarsbuien met bijhorende fraaie wolkenlandschappen hoefden we zeker niet te rekenen. De stapelwolken die zich ontwikkelden, botsten immers tegen een temperatuursinversie aan waardoor er massaal Stratocumulusbewolking werd gevormd. Deze liet slechts ruimte voor een paar minuten zonneschijn die zich vooral tijdens de voormiddag voordeed terwijl de namiddag somberder verliep. Enkele stapelwolken konden rond de middag nog uitgroeien tot flinke afmetingen terwijl de Stratocumulusschermen een opvallende mammatus structuur vertoonden. Er viel toen wat lichte regen, maar tijdens de namiddag leek alle activiteit er weer uit te gaan. De stapelwolken werden toen veel subtieler terwijl de bewolking somberder ging ogen. Net als het kwik trouwens, dat met maximaal 8,4 graden niet meteen een hoogvlieger kon genoemd worden. De bewolking hield ons echter gevrijwaard van vorstige toestanden bij minima die niet beneden 3,7 graden uitkwamen. Ook komende nacht lijkt het relatief zacht te blijven, al zijn we tegen zonsondergang terug in onstabielere lucht terechtgekomen. Dit vertaalde zich in nieuwe buien die geleidelijk pittiger werden zonder echter veel indruk te maken. Tussendoor doken er weer opklaringen op, maar daar hadden we als zonneklopper op dit tijdstip natuurlijk weinig aan. We sloten deze vrij rustige (noordwestenwind tot 25,7 km/h) uiteindelijk af met een bescheiden neerslagtotaal van 0,2 mm.
De zwakke regenzone bleef zowat de ganse dag over Malderen slepen waardoor we de zon vrijwel niet te zien kregen. De bewolking zorgde voor zachte minima van 8,9 graden maar overdag voelde het erg kil aan ondanks de maxima die voor de tijd van het jaar vrij hoog zaten met 13,7 graden. Wind was er nauwelijks op die ene zucht tot 30,6 km/h uit het zuid- zuidwesten na en het sombere wolkendek werd enkel in de late namiddag even onderbroken door een paar melkachtige opklaringen. De bewolking ging hierbij over in een mengeling van Stratus fractus, Stratocumulus castellanus en Cumulus congestus, maar sloot zich tijdens de avond weer volledig. Dit ging opnieuw gepaard met wat verdwaalde regendruppels, maar ook deze keer stelde het nauwelijks wat voor en bleef het dagtotaal steken op 0,0 mm.
Een nieuwe dag met stralend lenteweer leek gegarandeerd te zijn toen het vanochtend helder was. De temperatuur was hierbij gezakt naar 5,7 graden. Maar plots werden er Stratus fractus wolken gevormd die zich aan elkaar aansloten en overgingen in het maar al te bekende Stratus wolkendek. Het werd somber en kil en de bewolking loste niet meer op waardoor de maxima op 10,6 graden bleven steken. Toch waren er vooral in het westen van het land nog plekjes die na de middag nog even in het zonnetje werden gezet, maar de Stratusbewolking wist alles weer keurig in te pakken naar de avond toe. Op de wind hoefden we niet te rekenen om de boel weer op te ruimen (of uit te pakken) want die zat er maar wezenloos bij met maximaal 12,8 km/h uit het noorden. Tijdens de avond zorgde de bewolking voor een vertraagde afkoeling en bleef het dus aangenaam zacht bij temperaturen die rond 9 graaden bleven schommelen. Ondanks de hardnekkige bewolking kwamen we er ook deze keer zonder neerslag vanaf met 0,0 mm als eindresultaat.
De krachtige wind is grotendeels weggevallen en in combinatie met de heldere hemel en het sneeuwdek zorgde dit natuurlijk voor een flinke afkoeling die ons met -10,2 graden op de laagste temperatuur van de winter bracht die eigenlijk al voorbij is. Wie van warmte houdt zou meteen nog een frustratie rijker worden, want kort na zonsopgang kwam er opeens een Stratus wolkendek binnengeschoven waardoor we onder een kille en grijze soep bleven gevangen zitten. Ze ging over in een dichte massa Stratocumulusbewolking die bleef hangen tot omstreeks 14H alvorens er vanuit het noorden opklaringen binnendreven. Er stroomde onstabiele zeelucht binnen met een aantal buien, maar deze stierven af boven het vasteland waardoor het in Malderen rustig en droog bleef. Enkel tegen zonsondergang kwam het eventjes tot wat verdwaalde sneeuwvlokjes uit één van de fraaie Cumulonimbi die net ten westen van ons voorbijtrokken. Het warmde op tot 5,9 graden en er stond opvallend weinig wind in vergelijking met de voorbije dagen. De maximumsnelheid bedroeg 16,1 km/h uit west- zuidwestelijke richting. Tijdens de avond zorgde dit voor gunstige omstandigheden om de afkoeling weer een paar versnellingen hoger te zetten (er lag ook nog veel sneeuw die de dag had overleefd) en na zonsondergang zaten we binnen de kortste keren weer op hetzelfde niveau als gisterenavond qua temperatuur. Het werd later op de avond nevelig en de aangevoerde lucht was duidelijk een stuk vochtiger waardoor het komende nacht waarschijnlijk toch niet meer tot strenge vorst zal komen. We sloten af onder een nog steeds heldere hemel met een neerslagtotaal van 0,0 mm.
(Nepal) De sluierbewolking heeft zich tijdens de nacht weer flink uitgebreid waardoor we vandaag terug met fletse kleuren te maken kregen in de typische smognevel die we van deze stad gewoon zijn. Boven de bergen werden er stapelwolken gevormd die niet meer uitgroeiden tot buien. De sluierbewolking ging af en toe over in dikkere Altostratus, maar tot een egaal of gesloten wolkendek kwam het niet en de zon wist er zich op elk moment vlot doorheen te wringen. De stapelwolken verdwenen tijdens de avond weer en de sluierbewolking werd dunner waardoor de lucht terug een blauwe kleur kreeg. Toch viel tijdens de avond op hoe de maan maar amper zichtbaar was ondanks de helder wordende hemel. Samen met het geelachtige, door de rook gefilterde avondlicht zorgde de bijna onzichtbare maan voor een erg bizarre sfeer net alsof we ons aan de vooravond van doomsday bevonden. De avond die erop volgde verliep opnieuw vrij zacht en rustig.