Ja dat is een interessant geval. Hoe krijg je een versnelling van de horizontale wind vlakbij het aardoppervlak van minder dan 20 to 64 m/s?
Wel, de horizontale wind kan naar beneden worden getransporteerd in een downburst of rear-inflow jet zoals de illustratie van mijn hand (!) daar laat zien, maar dat kan niet de oorzaak zijn want downbursts komen niet van de tropopause maar hooguit van een paar kilometer hoogte en ook daar waaide het bij lange na niet zo hard.
Een andere mogelijkheid die we moeten verwerpen is dat er een downburst was met een grote neerwaartse versnelling, door negatieve buoyancy. Met andere woorden: het lucht/regen/sneeuw/graupel mengsel was zo veel zwaarder dan de lucht eromheen dat het naar beneden begon te versnellen en zich toen horizontaal uitspreidde. Dit was bijvoorbeeld een belangrijke factor het bij de downburst in Leersum vorig jaar juni: er werd toen ook reflectiviteit van 70 dBZ gemeten, maar geen hagel: dat betekent dus dat er enorme hoeveelheid kleine hagel en regen in de bui zat. Maar daarvan was hier geen sprake. Dus dit "water loading" effect had hier maar een beperkte rol. Bovendien zou het, als dit belangrijk was geweest bij veel winterse buien veel algemener moeten zijn.
Dus blijft over het aloude schaatsenrijder-effect: door behoud van impulsmoment gaat een roterende stroming steeds harder roteren wanneer die convergeert. Het enige vreemde is dat de windrichting niet draait op het moment dat de windstoot plaatsvindt maar daarvóór. Dat past niet in het beeld van een windhoos. Dan kan ik alleen nog denken aan een downburst, die niet door negatieve buoyancy, maar door een dynamisch drukverschil wordt veroorzaakt. Je hebt bijvoorbeeld zoiets als een "occlusion downdraft". We zouden zoiets eens moeten proberen te simuleren met een wolkenmodel.