Synoptische situatie:
Een omvangrijk hogedrukgebied boven de Baltische Staten trekt oostwaarts en verliest zijn invloed op het weer in het aandachtsgebied. Aan de westflank hiervan voert een zwakke zuidelijke stroming vochtige lucht aan onder een inversie rond 4000 vt. Enkele zwakke barocliene structuren (enigszins herkenbaar in ThetaW op 925 hPa en de RV op 1500 voet) trekken, samen met een brede vore, tot en met zondagavond langzaam oostwaarts over ons aandachtsgebied. Bij deze barocliene structuren is de grenslaag vochtig over een dikkere laag. In de nacht naar maandag en maandagochtend passeert van het noordwesten uit een koufront, voorafgegaan door een oude occlusie. Deze fronten behoren bij een lagedrukgebied dat over de Duitse Bocht en Noord-Duitsland zuidoostwaarts trekt. Na de frontpassage is de stroming noordwestelijk en komen we in maritiem polaire lucht. De rondom het laag ingedraaide occlusie kan maandag nog lange tijd boven het uiterste oosten en noordoosten stationair blijven. In de nacht naar dinsdag wordt de stroming noordoostelijk.
Modelbeoordeling:
Synoptisch gezien zijn er weinig onzekerheden. Het weer speelt zich tot en met zondagavond af in de grenslaag. De bewolking is vooral bij de barocliene structuren dik genoeg voor motregen, waardoor de wolkenbasis vooral daar in werkelijkheid (veel) lager ligt dan in EC en Ha43 uitvoer. De uitvoer geeft dus alleen kwalitatief enige indicatie wat de wolkenbasis betreft, de structuren in de EC uitvoer geven de ruimtelijke verdeling vrij goed weer, maar de basis is aanvankelijk enkele klassen te hoog. De patronen in de Ha43 uitvoer zijn tot en met zondagavond onbruikbaar. Dinsdagmiddag moet er met het ruimen van de wind in de grenslaag weer in de Ha43 uitvoer stratus uit het oosten komen. Vooralsnog gaan we hier nog niet van uit.
Wind:
Maandag achter het koufront op uitgebreide schaal seinen voor 6 Bft, in het noordelijk kustgebied 7 Bft met nog slechts een sporadisch signaal voor 8 Bft in de Duitse Bocht. Daarbij maandag overdag ook enige tijd zware windstoten in het noord(oost)elijk kustgebied. De kans op minimaal 90 km/uur is zeer lokaal maximaal 5% in de HarmonEps uitvoer.
Bewolking:
Vooral bij de frontale structuren en op nadering van en bij het koufront St, tot en met zondagochtend lokaal zelfs aan de grond. Bij het koufront in het noordoosten mogelijk al enkele Cb's met toppen FL150. In de maritieme polaire lucht halen de Cb's toppen tot FL250 in het noordoosten. Vooralsnog gaan we dinsdagmiddag nog niet uit van St in het oosten.
Neerslag:
Tot en met zondagavond vooral bij de barocliene structuren motregen. Lastig terug te zien in de uitvoer maar NESO (EC) uitvoer geeft wel een indicatie van waar het motregent. Het gaat hier om coalescentie-neerslag, wolkentoppen 5000-6000 vt. Bij het koufront is de neerslag hoofdzakelijk stratiform, maar een ingebedde bui is dan vooral in het noorden al mogelijk. Ten noordwesten van het koufront maandag overdag vooral in het noorden en oosten enkele buien met 400-700 J/kg CAPE, onweer is daarbij niet uitgesloten. Bij de ingedraaide occlusie is de neerslag ook grotendeels convectief. In de loop van maandagavond neemt de buiigheid geleidelijk af.
Zicht:
Bij St veelal matig en vooral in motregen slecht zicht. Verder goed, boven land lokaal eerst nog mist (lage St). Achter het koufront uitstekend zicht in de schone maritiem polaire luchtsoort, in buien matig tot slecht zicht.