Geldig: Zondag 17 juni 06UTC tot maandag 18 juni 06UTC.
Opgesteld door: Mark en Bart
Bronnen: GFS06z, GFS12z, NMM00z, UKMO12z, Hirlam06z
Op de grens van warme lucht in het zuidoosten en koudere lucht in het noordwesten zou morgen volgens de meeste modellen een lagedrukgebied ontstaan onder de invloed van de linker uitgang van een vrij krachtige jetstreak (kern tot 100kts). De kern van het laag zou dan rond middernacht over de Benelux trekken. Net ten zuidoosten ervan loopt de theta-e op tot zo'n 55°C. In eerste instantie is er amper CAPE maar op de progtemps is duidelijk te zien dat de atmosfeer voorwaardelijk onstabiel is tot op 8km. Mits genoeg lifting kunnen de buien dus tot die hoogte doorgroeien. Die lifting is er dus zeker. Er is dus dat lagedrukgebied en ook nog veel shear. Zo'n 20m/s DLS, 13m/s LLS en 11m/s in de onderste kilometer. In de onderste luchtlagen is er ook veel directionele shear. Dat alles zorgt dat de buien zich gaan organiseren, mogelijk wordt er een MCS gevormd. De SRH loop op tot zo'n 300m²/s² dus dat kan samen met de gunstige shear leiden tot een supercell. Ook de kansen op windhozen zijn aanwezig om de zelfde redenen en ook omdat het LCL zeer laag ligt (rond 500m). Ook rukwinden tot 70km/u zijn mogelijk. De hoge theta-e, de shear en de drogere luchtlaag zijn bevorderlijk voor de bliksemactiviteit maar de weinige CAPE, de niet zo hoge wolkentoppen en de vrij hoge KO-index zijn dan weer minder positief. De bliksemactiviteit kan dus wel redelijk hoog liggen maar we verwachten geen hevig onweer. Het vriesniveau ligt op een goede hoogte voor het creëren van grote hagel maar gezien de CAPE is de kans daarop toch vrij klein. De neerslagproductie zal ook vrij hoog zijn gezien de zeer vochtige onderste luchtlagen. De treksnelheid is redelijk hoog maar als het werkelijk tot een MCS komt is de kans op wateroverlast toch vrij groot. Op sommige plaatsen, vooral dan in de zuidoostelijke helft van de Benelux, kan >20mm vallen maar omdat er niet overal zo veel neerslag zal vallen hebben we geen neerslagkaart gemaakt. Een verschuiving van de lagedrukkern brengt ook een verschuiving van het onweer met zich mee maar de modellen zijn het vrij goed met elkaar eens over de positie hiervan.
Qua onweer betekent dit dat er morgenavond en de nacht daarop bij de passage van het lagedrukgebied ten zuidoosten van de kern onweer kan voorkomen in de buien met mogelijk (bovengenoemde) randverschijnselen en vrij veel neerslag.
Opgesteld door: Mark en Bart
Bronnen: GFS06z, GFS12z, NMM00z, UKMO12z, Hirlam06z
Op de grens van warme lucht in het zuidoosten en koudere lucht in het noordwesten zou morgen volgens de meeste modellen een lagedrukgebied ontstaan onder de invloed van de linker uitgang van een vrij krachtige jetstreak (kern tot 100kts). De kern van het laag zou dan rond middernacht over de Benelux trekken. Net ten zuidoosten ervan loopt de theta-e op tot zo'n 55°C. In eerste instantie is er amper CAPE maar op de progtemps is duidelijk te zien dat de atmosfeer voorwaardelijk onstabiel is tot op 8km. Mits genoeg lifting kunnen de buien dus tot die hoogte doorgroeien. Die lifting is er dus zeker. Er is dus dat lagedrukgebied en ook nog veel shear. Zo'n 20m/s DLS, 13m/s LLS en 11m/s in de onderste kilometer. In de onderste luchtlagen is er ook veel directionele shear. Dat alles zorgt dat de buien zich gaan organiseren, mogelijk wordt er een MCS gevormd. De SRH loop op tot zo'n 300m²/s² dus dat kan samen met de gunstige shear leiden tot een supercell. Ook de kansen op windhozen zijn aanwezig om de zelfde redenen en ook omdat het LCL zeer laag ligt (rond 500m). Ook rukwinden tot 70km/u zijn mogelijk. De hoge theta-e, de shear en de drogere luchtlaag zijn bevorderlijk voor de bliksemactiviteit maar de weinige CAPE, de niet zo hoge wolkentoppen en de vrij hoge KO-index zijn dan weer minder positief. De bliksemactiviteit kan dus wel redelijk hoog liggen maar we verwachten geen hevig onweer. Het vriesniveau ligt op een goede hoogte voor het creëren van grote hagel maar gezien de CAPE is de kans daarop toch vrij klein. De neerslagproductie zal ook vrij hoog zijn gezien de zeer vochtige onderste luchtlagen. De treksnelheid is redelijk hoog maar als het werkelijk tot een MCS komt is de kans op wateroverlast toch vrij groot. Op sommige plaatsen, vooral dan in de zuidoostelijke helft van de Benelux, kan >20mm vallen maar omdat er niet overal zo veel neerslag zal vallen hebben we geen neerslagkaart gemaakt. Een verschuiving van de lagedrukkern brengt ook een verschuiving van het onweer met zich mee maar de modellen zijn het vrij goed met elkaar eens over de positie hiervan.
Qua onweer betekent dit dat er morgenavond en de nacht daarop bij de passage van het lagedrukgebied ten zuidoosten van de kern onweer kan voorkomen in de buien met mogelijk (bovengenoemde) randverschijnselen en vrij veel neerslag.
