Waar het in de noordhelft opgeklaard is bouwt zich nu een nachtelijk windmaximum op. Door de stralingsafkoeling aan de grond wordt de verticale opbouw onderin namelijk stabiel, zodat er minder verticale uitwisseling van 'impuls' (zeg maar: wind) plaatsvindt. De wrijving aan de grond, die overdag een remmend effect heeft gehad op de wind op enige hoogte, verliest z'n invloed op de hogere luchtlagen, waardoor de wind op hoogte eigenlijk een beetje doorschiet. Dit veroorzaakt een sterke windtoename met de hoogte vanaf zonsondergang of even daarvoor. Deze windtoename met de hoogte kan voor een nieuwe vorm van onstabiliteit zorgen: schuifspanningsturbulentie. Kleine golfjes op het grensvlak van de inversielaag en de minder stabiele laag erboven kunnen gaan 'breken', zodat er aan de grond plotseling even een wind opsteekt en er menging plaatsvindt met de warmere bovenlucht.
Dit lijkt in Groningen aan de hand te zijn.
Het is een beeld dat je vaak ziet, met een aantal windtoe- en afnames rond en na zonsondergang, waarna de wind meestal definitief afneemt.
Groet,
Alwin
Quote selectie