Ik heb eens even wat op papier zitten tekenen.
Door wrijving met de grond waait de wind overdag in een onstabiele grenslaag ook op enige hoogte enigszins van hogedruk naar lagedruk. Als het 's avonds tegen zonsondergang aan de grond flink gaat afkoelen, ontkoppelen de hogere luchtlagen zich van de onderste luchtlaag, zodat je op enkele honderden meters hoogte de invloed van die bodemwrijving ineens kwijtraakt. Gevolg is dat de wind boven de stralingsinversie rond zonsondergang gaat ruimen.
Nu ontstaat zo'n stralingsinversie in de loop van de avond vooral in een opklaringsgebied. Op enige hoogte (boven de stralingsinversie dus) ziet de wind er enkele uren na zonsondergang in de buurt van een wolkenband als volgt uit:
Helder Bewolkt Helder
| ██████████████ |
| ██████████████ |
GERUIMD | onveranderd | GERUIMD
| ██████████████ |
| ██████████████ |
| ██████████████ |
Helder Bewolkt Helder
Hoofdletters betekenen een sterk toegenomen wind: het nachtelijk windmaximum.
Dit maximum ontstaat alleen als de isobaren dicht genoeg opeen liggen. Een absolute grenswaarde zou ik niet durven geven, maar misschien kun je 1 hPa per 100 km als ondergrens nemen.
Uiteraard mag je dit plaatje 0-360° draaien en krijg je hetzelfde beeld.
Maar aan welke zijde van de wolkenband krijg je nu convergentie dan wel divergentie op hoogte?
Dat blijkt aan de cyclonale kant te zijn, de lagedrukzijde dus. Ga maar na: met lagedruk links treedt de convergentie aan de linkerkant op (een toegenomen en naar zuid geruimde wind in het heldere gebied, een zwakkere zuidoostelijke wind in het bewolkte gebied), met lagedruk rechts treedt de convergentie aan de rechterkant op (een toegenomen en naar noord geruimde wind in het heldere gebied, een zwakkere noordwestelijke wind in het bewolkte gebied).
Je kunt dus zeggen dat je aan de lagedrukzijde van een bewolkingszone vanaf zonsondergang of al iets eerder convergentie in de onderste honderden meters mag verwachten, m.u.v. pakweg de onderste 50-100 meter.
Als de lucht op enige hoogte onstabiel genoeg is (m.a.w. er is CAPE), dan kan die convergentie rond of na zonsondergang voor buienvorming of -activering zorgen.
Vanavond hebben we misschien dit effect zien optreden. Op de satellietbeelden van resp. 22 en 01 uur lokale tijd zien we dat zich op de zuidwestelijke grens van een wolkenband ten noorden van de grote rivieren en boven West-Duitsland flinke onweersbuien ontwikkelen rond en vooral ook na zonsondergang.
Op de grondkaart onder de satellietbeelden zie je dat dat inderdaad de cyclonale kant van die wolkenband was. De GFS18 progtemp voor Twenthe om 23u lokale tijd laat bovendien zien dat de laag met CAPE ten minste tot aan 800 hPa reikt en dus behoorlijk dik is. Deze CAPE op hoogte zou dus ook door convergentie op hoogte kunnen worden aangesproken.
Wat mij betreft kan dit een verklaring bieden voor de activering van de buien juist rond en na zonsondergang en juist aan de zuidwestzijde van die wolkenband.
Groet,
Alwin
Quote selectie