Het heeft vooral te maken met wrijving. Vlak boven het aardoppervlak ondervindt lucht veel weerstand van objecten en het terrein, daardoor wordt de lucht afgeremd en krimpt de wind. Het krimpen en afzwakken van de wind komt omdat de kracht uitgeoefend door wrijving tegengesteld aan de windrichting is. Daarnaast is de invloed van wrijving vrijwel evenredig aan de windsnelheid.
Als er daarnaast sprake is van een koude laag boven het aardoppervlak en hogerop minder (inversie), dan wordt de krimping nog sterker. Dat heeft te maken met de opbouw van de luchtlaag. Vaak is zo'n koude luchtlaag onder een inversie (sterk) stabiel van opbouw, turbulentie wordt daardoor onderdrukt. Hierdoor is er geen uitwisseling met de hogere luchtlagen en dus zullen luchtdeeltjes die gedwongen moeten opstijgen door obstakels weer naar beneden zakken. De onderste luchtlaag blijft dus sterk in contact met het aardoppervlak. Daarnaast speelt het feit dat de lucht koud is ook nog een rol: de luchtdichtheid is groter bij koude lucht en geeft daardoor meer wrijving.
Gr. Ben
Quote selectie