Ik kan maar een paar oorzaken bedenken.
mogelijkheid 1: Er is NaCl in het vocht aanwezig. Natrium zendt na excitatie in de vlam namelijk oranje licht uit. (denk aan de NaHg lampen op straat).
mogelijkheid 2: Waterdruppeltjes hebben een koelend effect op de vlam die daardoor met een lagere T brandt. De verbranding is daardoor onvolledig. Dit leidt ook tot roetvorming. Dit veronderstelt wel dat er ter plekke van de brander sprake is van waterdruppeltjes. Het feit dat de mist niet zichtbaar is in de buurt van de gasbrander (dit naar aanleiding van jouw opmerking hieronder in dit draadje) hoeft niet te betekenen dat er geen druppeltjes zijn. Als de druppeltjes vele malen kleiner zijn dan de golflengte zijn ze nagenoeg onzichtbaar. Watermoleculen vormen trouwens gemakkelijk clusters. De warmtecapaciteit van water is groot en daarom kan water makkelijk koelen (veel energie opnemen).
Dat is trouwens, op een iets andere manier geformuleerd, de reden dat water van die vervelende brandwonden veroorzaakt: De hoeveelheid energie opgeslagen in heet water is groot, groter dan de energie in frituurvet van dezelfde T. Het is ook de reden waarom zonneboilers waar ethyleenglycol door het water is gemengd, een iets lager rendement hebben. Puur water kan namelijk meer energie bevatten dan water gemengd met ethyleenglycol.
Paul
1. Ik ben het geheel eens met mogelijkheid 1 met enige aanvulling. Zelfs bij het gebruik van een demineralisatie-fliter blijft er een heel lage zoutconcentratie in het water aanwezig. Die conclusie trek ik uit ervaring met zo'n apparaat, dat een filter bijlevert. De ervaring leert dat de vlammen altijd kleuren wanneer het apparaat in werking is en enige tijd na uitschakeling hun blauwe kleur terug hebben.
Dat het om NaCl (keukenzout) zou gaan is de vraag. Ik denk eerder aan Ca, dus eenvoudig gezegd: kalk in het water.
Ter illustratie en verklaring voor de niet-chemici nog het volgende. In de klimaatdiscussie staat aan de basis de spectrale eigenschappen van een CO
2-molecuul. Het gaat dan om het absorberen (opslorpen) en emitteren (uitstralen) van elektromagnetische golven, die wij als warmtestraling kunnen meten en ervaren. Zo speelt CO
2 een rol in de energie-uitwisseling tussen verschillende luchtlagen en zo op de mate van vasthouden van zonne-energie in de atmosfeer. Er is echter in het geval van metaal-atomen sprake van absorptie en emissie van straling in het zichtbare licht; bekend is het gele natrium-licht: de natriumlamp. In zouten zoals keukenzout en kalk, gaat het om metalen die in een verbinding zijn opgenomen. Dat neemt echter niet weg, dat de spectrale eigenschappen aanwezig blijven.
In mijn enkele jaren scheikunde studie, nu bijna 50 jaar geleden, voerden we in de eerste jaren kwalitatieve chemische analyse van zouten uit in een practicum. De procedure was dan, dat je volgens een bepaald schema een aantal mogelijkheden langs liep. De laatste fase, wat betreft de metaalionen, was om via verhitting de kleur van de vlam te bestuderen. Dat ging als volgt: een klein beetje van het zout werd op een platinadraad in een gasvlam gehouden; bij die hoge temperatuur (plm 1000 tot 1200 graden) gaan metaalatomen licht uitzenden. Elk metaal heeft zijn specifieke banden in het zichtbare gedeelte en heeft dus zijn eigen kleur. Het was een vrij grove methode en veel beter is natuurlijk om een echte spectraal-analyse uit te voeren, waarbij op een schaal de lijnen van de emissie zichtbaar worden gemaakt, of waarbij de golflengten direct in een getal worden weergegeven. Ik neem aan dat zo'n analyse tegenwoordig geheel automatisch wordt uitgevoerd.
Wat er bij het bevochtigingsapparaat gebeurt is m.i.dit:
Kleine druppeltjes verdampen maar laten elk een microscopisch zoutdeeltje in de lucht achter. Deze zoutdeeltjes verspreiden zich over de ruimte. In de (bij ons open) keuken komen deze zoutdeeltjes in de gasvlam en worden zo tot emissie van straling gedwongen. Er is maar heel weinig zout nodig om een zichtbare verkleuring van de vlam te geven. De oranje-achtige kleur deed mij denken aan mijn verleden in de scheikunde en het lijkt me dat alle verschijnselen wijzen op deze verklaring.
Die zoutdeeltjes slaan trouwens hinderlijk neer op voorwerpen in de kamer, vooral glas. In de afgelopen winter hebben we een paar maal extra ramen moeten zemen omdat het zicht echt vertroebeld was. Ook de TV was een willig slachtoffer voor de zoutdeeltjes. Ik vraag mij intussen af hoe ongezond het is om als mens in die atmosfeer te vertoeven.
2. Wat betreft mogelijkheid 2 zie ik geen reden om jouw betoog in principe aan te vallen. Er zouden microscopisch waterdruppeltjes, met daarin een verhoogde zoutconcentratie, aanwezig kunnen zijn. Ik betwijfel echter het koelend effect op de gasvlam; daarvoor lijkt me de hoeveelheid niet verdampt water te gering. Ik maak ook uit de kleur van de vlam op dat het niet om roet gaat; bij roetvorming is de vlam meer lichtgeel.
Groet,
Cees
Quote selectie