Hallo Paul, is inderdaad hetzelfde thema. Het Nature artikel (zie deze link) waarop in het draadje wordt ingegaan geeft aan dat hun onderzoek empirisch uitwijst dat er sprake is van photovoltaic heat islands maar in de vermoedens over de oorzaken wordt vooral naar vegetatie- en bodemverandering (vochthuishouding) gekeken, en niet naar de warmteproductie van de panelen zelf. Toch zeer interessant! Zo'n artikel kan misschien gemakkelijk worden misbruikt door klimaat-sceptici, zoals al in het draadje wordt opgemerkt, maar ik behoor zeker niet tot die groep. Voor zover ik weet wordt de CO2 uitstoot wel degelijk verminderd door toepassing van zonnestroom.
Je hoeft je ook niet te verdedigen want als er nadelige effecten zouden zijn is het prima om die te benoemen. Ik ben van de "fact-check" en heb gelukkig wel wat kennnis in huis om bevindingen op waarheid te kunnen schatten..
Ik heb zowel het nature artikel gelezen als het extra commentaar van een van de auteurs. Ik citeer hieronder de tekst die ik in het draadje plaatste (+link, zie bijvoorbeeld Fig. 4 in de pdf waar onderstaande link naar verwijst). Overigens kun je voor iedere energiebron hetzelfde zeggen: uiteindelijk wordt een groot deel van de energie die centrales produceren omgezet in warmte, alleen niet op de plek waar het gemaakt wordt, maar op de plek waar het verbruikt wordt......
Uit het draadje een stuk tekst geplaatst door mij:
---------
De meeste stroom die de panelen opwekken wordt uiteindelijk ook in warmte omgezet, maar dan elders, namelijk daar waar de stroom wordt verbruikt. Maar dat terzijde.
Ik ken het artikel waar je naar verwijst en het laat inderdaad lokale opwarming zien. Wel is het zo dat het artikel niet laat zien hoe het effect afneemt met de afstand tot de panelen. Enig speuren op het internet leverde me een rapport op https://www.planning.vic.gov.au/__data/assets/pdf_file/0024/126555/301-Expert-Witness-Statement-of-G-Barron-Gafford-PVHI-May-2018-Lemnos.pdf) waarin één van de auteurs, Greg Barron-Gafford, als deskundige getuige aan het woord komt i.v.m. de aanvraag voor een vergunning voor een "solar farm" ergens in Australie.
Omdat het PVHI (Photovoltaic Heat Island Effect) een lokaal effect is, is de vraag gerechtvaardigd of de lokale temperatuurstijging ook naast/buiten het zonneveld meetbaar is. De auteur zegt daarover in het document (de eerste twee zinnen vormen een saillant detail):
"While this was a part of our original study design once we had identified the presence of the PVHI effect, this data and associated graphic were cut from our final manuscript by the Nature Scientific Reports editor due to space constraints. This is quite unfortunate because the distance of the PVHI effect is one of the primary questions I continue to receive since the publication of this manuscript."
Het antwoord op de vraag volgt verderop: "We found that the PVHI was indistinguishable from air temperatures over native vegetation when measured at a distance of 30m from the edge of the PV array (Figure 4). This pattern held true for both daytime and nighttime conditions.". Een zeer lokaal effect dus.
In het Nature Scientific Reports artikel zelf worden de resultaten overigens ook genuanceerd met de volgende opmerking:
"Given that different regions around the globe each have distinct background levels of vegetative ground cover and thermodynamic patterns of latent and sensible heat exchange, it is possible that a transition from a natural wildland to a typical PV power plant will have different outcomes than demonstrated here." Aan het begin van artikel wordt verwezen naar een tweetal publicaties die juist zouden aantonen dat zonnepanelen tot een lokale afkoeling kunnen leiden, maar beide artikelen betreffen slechts modelberekeningen voor panelen in een stedelijke omgeving.
De opwarming is vooral een gevolg van de warmte die onder de panelen blijft hangen en dat wordt mede beinvloed door wat zich onder de panelen bevindt en het lijkt me dat het ook afhangt van de afstand tussen de rijen zonnepanelen. Vegetatie onder de panelen lijkt de opwarming te verminderen waardoor projectie van deze resultaten verkregen in de Amerikaanse woestijn op het Nederlandse polderlandschap niet vanzelfsprekend is.
Paul